Aansprakelijkheid en claims

In het Nederlandse civiele recht geldt het uitgangspunt dat een ieder zijn eigen schade draagt. Soms bestaat er een uitzondering op deze regel. Iemand is dan aansprakelijk voor de schade van een ander. Dat kan niet zomaar. Aansprakelijkheid kan alleen uit een overeenkomst of uit de wet voortvloeien. Bij aansprakelijkheid uit de wet moet vooral gedacht worden aan de onrechtmatige daad. Artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek bepaalt, kort gezegd, dat wanneer iemand een onrechtmatige daad ten opzichte van een ander pleegt, de veroorzaker de daardoor veroorzaakte schade moet veroorzaken. Bij contractuele aansprakelijkheid is meestal sprake van een overeenkomst die niet (correct) wordt nagekomen. Soms is het mogelijk deze vorm van aansprakelijkheid contractueel uit te sluiten of te beperken. Zo’n contractsbepaling wordt ook wel een exoneratieclausule of exoneratiebeding genoemd. Die beschermt tegen claims.

Exoneratieclausule of exoneratiebeding

Een bekend voorbeeld van een exoneratieclausule treft men regelmatig aan bij garderobes in de publieke ruimte. Dan zie je een bordje met de tekst: “De directie stelt zich niet aansprakelijk voor schade, vermissing of diefstal”. Hoewel op deze tekst zowel juridisch als taalkundig het nodige valt aan te merken, is de bedoeling van de beheerder van de garderobe duidelijk: aansprakelijkheid uitsluiten. Vaker zullen exoneratiebedingen voorkomen in schriftelijke algemene voorwaarden, ook wel bekend als “de kleine lettertjes” van een overeenkomst.

Maar mag dat eigenlijk wel? Kan een leverancier van goederen of diensten zomaar zijn aansprakelijkheid uitsluiten of beperken? Het antwoord is, zoals vrijwel altijd in het recht, genuanceerd: soms.

Een ondernemer kan een goede bedrijfseconomische reden hebben om een exoneratieclausule te hanteren. Denk bijvoorbeeld aan een vervoersbedrijf als PostNL dat soms (zeer) waardevolle goederen verzendt voor slechts een paar euro. Als de zending zoekt raakt, dan is het begrijpelijk dat PostNL niet aansprakelijk wil zijn voor de (hoge) schade. Dat kan uiteraard anders worden als de zending verzekerd is of als een exclusieve(re) koerier is ingeschakeld. Een aansprakelijkheidsbeperking ligt dan minder voor de hand.

Saladin/HBU

Of een exoneratiebeding toelaatbaar is, beoordeelt de rechter meestal aan criteria die de Hoge Raad heeft geformuleerd in het arrest Saladin/HBU uit 1967. Bij deze beoordeling moet men volgens de Hoge Raad rekening houden met tal van omstandigheden, waaronder:

  • de zwaarte van de schuld, mede in verband met de aard en de ernst van de bij de gedraging betrokken belangen;
  • de aard en de verdere inhoud van de overeenkomst waarin het beding voorkomt;
  • de maatschappelijke positie en de onderlinge verhouding van partijen;
  • de wijze waarop het beding is tot stand gekomen; en
  • de mate waarin de wederpartij zich de strekking van het beding bewust is geweest.

Géén exoneratie bij opzet of bewuste roekeloosheid

Uit het latere arrest Kuunders/Swinkels van de Hoge Raad blijkt verder dat het niet mogelijk is om zich te exonereren voor schade die ontstaan is door opzet of bewuste roekeloosheid (grove schuld) van de schuldenaar of van met de leiding van zijn bedrijf belaste personen. Het is begrijpelijk dat een partij geen aansprakelijkheid voor opzettelijk veroorzaakte schade kan uitsluiten, omdat zo’n uitsluiting in strijd is met de goede zeden.

Bij exoneratieclausules die schuld uitsluiten, ligt het wat genuanceerder. Uit voornoemd arrest Kuunders/Swinkels blijkt dat men geen aansprakelijkheid mag uitsluiten voor schade die door bewuste roekeloosheid is ontstaan. Het is daarom wel toegestaan om aansprakelijkheid uit te sluiten voor schade die door een lagere mate van schuld is ontstaan.

Dit arrest maakt duidelijk dat men opzet en bewuste roekeloosheid niet kan uitsluiten ten aanzien van de bedrijfsleiding. Mag een bedrijf opzettelijk of bewust roekeloos veroorzaakte schade door een ondergeschikte dan wel uitsluiten of beperken? Uit de rechtspraak blijkt dat dit meestal inderdaad mogelijk is. Kan een schadelijdende persoon de schadeveroorzakende ondergeschikte, bijvoorbeeld een werknemer, dan wellicht rechtstreeks aanspreken? Ook dat lukt niet altijd, omdat de ondergeschikte zich soms kan verschuilen achter het exoneratiebeding, ook al is hij zelf geen partij bij de overeenkomst waar dat beding in is opgenomen.

Consumenten

Ten opzichte van consumenten is het ook niet altijd mogelijk om aansprakelijk te beperken. Een consument kan zich namelijk op het standpunt stellen dat een exoneratieclausule ten opzichte van hem “onredelijk bezwarend” is.

Consumenten hebben daarbij het voordeel dat exoneratieclausules voorkomen op de zogenaamde grijze lijst (art. 6:237 sub f BW). Dat houdt in dat een beding dat de aansprakelijkheid van de gebruiker van algemene voorwaarden beperkt, vermoed wordt onredelijk bezwarend te zijn. Die bepaling keert dus de bewijslast om. De gebruiker van de algemene voorwaarden moet bewijzen dat het exoneratiebeding niet onredelijk bezwarend is.

Aansprakelijkheid beperken met exoneratieclausule?

Soms is het wel mogelijk, soms is het niet mogelijk om aansprakelijkheid te beperken. Voor een op uw bedrijf toegesneden advies neemt u het beste contact op met de specialisten van NORD. Zij hebben jarenlange ervaring met complexe IT-contracten en andere overeenkomsten. Zij adviseren u graag over exoneratieclausules en kunnen algemene voorwaarden opstellen waarin uw aansprakelijkheid wordt beperkt.

IP en bedrijfsovername of -fusie
Geplaatst op 13 mei 2021 door Gertjan van den Hout