Leestijd: 5 minuten

Richtlijn bedrijfsgeheimen

Op 27 mei 2016 heeft de Raad van de Europese Unie unaniem de richtlijn bedrijfsgeheimen aanvaard (voluit: Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan). Zodra de richtlijn in het Publicatieblad van de Europese Unie is geplaatst en in werking treedt (20 dagen erna), hebben de lidstaten twee jaar de tijd om de richtlijn om te zetten in hun eigen nationale wetgeving. Deze richtlijn zal de nodige aanpassingen in ons recht met zich meebrengen.

Het huidige recht

De basis van het huidige recht met betrekking tot de bescherming van bedrijfsgeheimen (ook wel de bescherming van knowhow genoemd) wordt gevormd door artikel 39 van het TRIPs-Verdrag. Dit artikel verplicht de bij het TRIPs-Verdrag aangesloten lidstaten – waaronder Nederland – tot bescherming van bedrijfsgeheimen. Volgens het tweede lid hebben natuurlijke personen en rechtspersonen de mogelijkheid te beletten dat informatie waarover zij rechtmatig beschikken zonder hun toestemming wordt openbaar gemaakt aan, verworven door of gebruikt door anderen op een wijze die strijdig is met de eerlijke handelsgebruiken. Van strijd met de ‘eerlijke handelsgebruiken’ is in ieder geval sprake in geval van contractbreuk, misbruik van vertrouwen en aansporing tot overtreding, en het omvat ook de verwerving van niet openbaar gemaakte informatie door derden die wisten, of ernstig nalatig waren doordat zij niet wisten, dat van zulke praktijken gebruik werd gemaakt bij de verwerving. Om een beroep te kunnen doen op de bescherming die het TRIPs-Verdrag biedt, dient aan drie (aanvullende) vereisten te worden voldaan. De betreffende informatie wordt alleen beschermd indien zij:

  • geheim is in de zin dat zij, globaal dan wel in de juiste samenstelling en ordening van de bestanddelen, niet algemeen bekend is bij of gemakkelijk toegankelijk voor personen binnen de kringen die zich gewoonlijk bezighouden met de desbetreffende soort informatie;
  • handelswaarde bezit omdat zij geheim is; en
  • is onderworpen aan, gezien de omstandigheden, redelijke maatregelen door de persoon die rechtmatig over de informatie beschikt, om deze geheim te houden.

Hoewel het op dit moment niet geheel duidelijk is of het mogelijk is een rechtstreeks beroep op artikel 39 TRIPs-Verdrag te doen, heeft het hof Den Haag in het GBT/Ajinomoto-arrest beslist dat deze bepaling geacht moet worden te zijn geïncorporeerd in artikel 6:162 BW, oftewel de algemene onrechtmatige daad. Of het gebruikmaken van andermans bedrijfsgeheimen daadwerkelijk in een concreet geval onrechtmatig is, is sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Afgezien van de hierboven genoemde gevallen die in ieder geval strijd met de eerlijke handelsgebruiken opleveren, valt bijvoorbeeld te denken aan het onrechtmatig gebruiken door een ex-werknemer van bij zijn ex-werkgever verkregen knowhow en het gebruikmaken van geheime informatie die tijdens onderhandelingen zijn verkregen, terwijl die onderhandelingen niet tot een overeenkomst hebben geleid. Ook het profiteren van door een derde begane schending van een geheimhoudingsplicht kan onder omstandigheden ongeoorloofd zijn.

De nieuwe richtlijn

Met de komst van de nieuwe richtlijn wordt de bescherming van geheime informatie uitgebreid en bovenal Europees geharmoniseerd. Dat laatste is in de ogen van de Europese wetgever belangrijk omdat de wetgeving van de verscheidene lidstaten op sommige punten uiteenloopt. De richtlijn zorgt ervoor dat belangrijke definities op uniforme en autonome wijze worden uitgelegd. Verder is de gedachte van de Europese wetgever, dat een eenduidige Europese richtlijn ten goede komt aan een effectieve bescherming van door Europese bedrijven verrichte investeringen en dat daarmee hun (internationale) concurrentiepositie wordt versterkt.

De hierboven genoemde voorwaarden uit het TRIPs-Verdrag komen opnieuw terug in de richtlijn. Tevens wordt in de richtlijn verduidelijkt wanneer precies sprake is van een schending van bedrijfsgeheimen of integendeel, wanneer gebruikmaking van bedrijfsgeheimen geoorloofd is. Zo is er bijvoorbeeld een wettelijke basis wordt gecreëerd voor klokkenluiders, die in het algemeen belang misstanden aan de kaak willen stellen.

Bescherming van uw bedrijfsgeheimen

Terwijl gewacht wordt op de implementatie van de nieuwe regelgeving, kunnen uw bedrijfsgeheimen ondertussen beschermd worden door middel van een Non-Disclosure Agreement (NDA) of geheimhoudingsovereenkomst. NORD Advocatuur biedt een op maat gemaakte NDA aan voor een vast tarief. Daarnaast heeft NORD uiteraard de benodigde kennis en ervaring in huis om u van specifiek advies op dit terrein te voorzien.

Geplaatst op 8 juni 2016 door Gertjan van den Hout