Leestijd: 3 minuten

Bevoegdheid kortgedingrechter: Spin Master/High5 Products

Op 21 november 2019 heeft het Hof van Justitie met het arrest Spin Master/High5 Products een belangrijke uitspraak gewezen over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter in kort geding bij (vermeende) inbreuk op een Gemeenschapsmodelrecht. In dit arrest heeft het Hof van Justitie beslist dat alle Nederlandse rechters bevoegd zijn van een dergelijk geschil kennis te nemen. Deze uitspraak wijkt af van hetgeen voordien werd aangenomen. Tot deze uitspraak was enkel de voorzieningenrechter in Den Haag bevoegd is om kennis te nemen van (dreigende) inbreuk op Gemeenschapsmodelrechten en Uniemerken.

Gemeenschapsmodelrechten

Modelrechten zijn exclusieve rechten ter bescherming van het uiterlijk van een product. Van modelrechten kennen we zowel een Benelux-variant als een Europese variant. Benelux-modelrechten genieten alleen bescherming op het grondgebied van de Benelux. Deze modelrechten worden geregeld in het Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom. Gemeenschapsmodelrechten zijn modelrechten met werking op het gehele Europese grondgebied. Deze rechten zijn geregeld in de Gemeenschapsmodellenverordening. Op grond van deze verordening is het mogelijk om met één aanvraag het uiterlijk van een product in de gehele EU te beschermen.

Meer informatie over modelrechten en het beschermen van vormgeving en design kunt u lezen in dit blogartikel van NORD.

Kort geding

Indien sprake is van een spoedeisende kwestie, dan is het mogelijk een kort geding aanhangig te maken. In kortgedingprocedures doet de rechter sneller uitspraak in een voorlopige uitspraak. Indien de rechter de vordering van de eisende partij toewijst, is de eiser in de regel verplicht om een zogenaamde bodemprocedure aanhangig te maken. De bodemrechter kijkt vervolgens grondiger naar de zaak en doet een definitieve uitspraak, behoudens de mogelijkheid van hoger beroep.

Bij inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht, is al gauw sprake van spoedeisendheid. Wanneer iemand bijvoorbeeld een verwarringwekkend merk of handelsnaam gebruikt, dan wil je zo snel mogelijk een verbod kunnen aanvragen. Het voor een kort geding vereiste spoedeisend belang, is in intellectueel-eigendomszaken in beginsel aanwezig, zo volgt onder meer uit het arrest Impag/Hasbro van de Hoge Raad.

Bevoegdheid bij inbreuk op Gemeenschapsmodel

Indien sprake is van (dreigende) inbreuk op een Gemeenschapsmodel, dan kan een rechtszaak enkel aanhangig worden gemaakt bij de “rechtbank voor het Gemeenschapsmodel”. In Nederland is de rechtbank Den Haag zo’n rechtbank voor het Gemeenschapsmodel. De rechtbank te Den Haag is dus exclusief bevoegd om kennis te nemen van inbreukzaken over Gemeenschapsmodelrechten. Dit volgt uit artikel 81 van de Gemeenschapsmodellenverordening.

In geval van spoedeisende gevallen kent de Gemeenschapsmodellenverordening eveneens bevoegdheid toe aan andere rechterlijke instanties van een lidstaat. Zo staat in artikel 90 lid 1:

Aan de rechterlijke instanties van een lidstaat, met inbegrip van de rechtbanken voor het Gemeenschapsmodel kunnen voor een Gemeenschapsmodel dezelfde voorlopige en beschermende maatregelen worden gevraagd als het recht van die staat kent voor nationale modellen, zelfs indien een rechtbank voor het Gemeenschapsmodel van een andere lidstaat krachtens deze verordening bevoegd is van het bodemgeschil kennis te nemen.

De Nederlandse wetgever meende op basis van het woordje ‘kunnen’ in deze bepaling een zekere beoordelingsruimte te hebben bij het bepalen van de rechterlijke bevoegdheid in spoedeisende situaties. In artikel 3 van de Uitvoeringswet Gemeenschapsmodellenverordening is daarom enkel de voorzieningenrechter te Den Haag aangemerkt als bevoegde rechter. De wens van de Nederlandse wetgever was namelijk om specifieke deskundigheid op het gebied van Gemeenschapsmodellen te concentreren bij de Haagse rechter. Deze begrijpelijke wens zou de kwaliteit van de rechtspraak ten goede komen.

In het arrest Spin Master/High5 Products beslist het Hof van Justitie nu, dat de Nederlandse wetgever deze beoordelingsruimte niet heeft. Alle Nederlandse rechters die in kort geding over Benelux-modelrechten mogen oordelen, mogen dat ook over Gemeenschapsmodelrechten. Praktisch komt dat erop neer dat alle Nederlandse rechters in kort geding die bevoegdheid hebben.

Gevolgen uitspraak Spin Master/High5 Products

Hoewel de uitspraak alleen betrekking heeft op Gemeenschapsmodelrechten, ligt het voor de hand dat hetzelfde te gelden heeft bij Europese merkrechten (Uniemerken). In de Uniemerkenverordening geldt namelijk eenzelfde bevoegdheidsregels als in de Gemeenschapsmodellenverordening.

De uitspraak biedt dus mogelijkheden aan houders van Uniemerken en Gemeenschapsmodellen om een rechter te kiezen bij vermeende inbreuk. Er is dus ruimte voor “forumshopping”. Toch kleeft er een belangrijk nadeel aan de keuze voor een andere rechter aan de Haagse. Een eventueel door de rechter op te leggen verbod heeft namelijk enkel werking op het Nederlandse grondgebied. Een verbod van de rechtbank Den Haag strekt zich daarentegen uit tot het gehele Europese grondgebied. Soms kan het daarom lonen om toch te gaan procederen voor de Haagse voorzieningenrechter. Denk bijvoorbeeld aan een gedaagde die in meerdere landen van de EU inbreuk maakt.

Heeft u nog vragen over deze uitspraak of zoekt u een advocaat die uw intellectuele eigendomsrechten kan beschermen? Neem dan contact op met de specialisten van NORD. Deze door de wol geverfde advocaten hebben ruime ervaring met de bescherming van merken, modellen en andere intellectuele eigendomsrechten. Bent u gesommeerd door een ander wegens vermeende inbreuk op intellectuele eigendomsrechten, ook dan kunt u uiteraard bij NORD Advocaten terecht. Wilt u weten hoe een rechtszaak in Nederland verloopt? Kijk dan eens naar dit blogartikel.

Bevoegdheid rechter
Geplaatst op 25 november 2019 door Gertjan van den Hout