Leestijd: 7 minuten
Voorbereiden op Brexit
Op 11 april 2019 is bekend geworden dat de Brexit wederom is uitgesteld. De nieuwe datum waarop de Britten de Europese Unie zullen verlaten is vastgesteld op 31 oktober 2019. Niet alleen de Britten, maar ook Europese ondernemers zijn gebaat bij dit uitstel. Ondernemers krijgen hierdoor meer tijd om zich voor te bereiden op de gevolgen van de Brexit.
Uniemerken en Gemeenschapsmodellen
Eén van de vragen die de naderende Brexit oproept, ziet op de impact en de gevolgen van de Brexit voor houders van Uniemerken en (geregistreerde en ongeregistreerde) Gemeenschapsmodellen. Een Uniemerk, ook wel Europees merk genoemd, geeft de merkhouder merkenrechtelijke bescherming in de gehele Europese Unie. Evenzo geeft een Gemeenschapsmodel de houder van een modelrecht bescherming in de gehele Europese Unie (EU) voor het uiterlijk van een product. Hoe zit het met deze bescherming in het Verenigd Koninkrijk (VK) als de Brexit een feit is?
Deal or no deal?
Tot nu toe heeft het Britse House of Commons een deal met de EU steeds afgeslagen. De ‘deal’ waarover men in dit verband spreekt, betreft de zogenaamde Draft Withdrawal Agreement (hierna: “DWA”). De mogelijkheid bestaat dat het Britse parlement de DWA in de nabije toekomst alsnog aanneemt. Daarover kan men op dit moment enkel speculeren. Ook een zogenaamde hard Brexit of no deal Brexit, behoort dus nog tot de mogelijkheden. Het is in ieder geval de moeite waard om te kijken wat de DWA regelt over Uniemerken en Gemeenschapsmodellen, omdat dit in hoofdlijnen bepaalt hoe de EU en het VK tegen het onderwerp aankijken.
Draft Withdrawal Agreement (DWA)
Onder het DWA-regime blijven rechthebbenden van Uniemerken en Gemeenschapsmodellen beschermd, indien zij deze rechten hebben verkregen vóór het einde van de transitieperiode (artikel 54). Deze transitieperiode loopt af op 31 december 2020. Praktisch heeft dit tot gevolg dat het Uniemerk geldig blijft in de overblijvende lidstaten van de EU. Voor wat betreft het Britse territorium geeft dit Uniemerk automatisch aanspraak op een UK trade mark. Dat is een Brits nationaal merkrecht.
Voor wat betreft Gemeenschapsmodellen geldt eenzelfde regeling. Het geregistreerde Gemeenschapsmodel blijft geldig in de EU, terwijl het Gemeenschapsmodel voor het Britse territorium aanspraak geeft op een UK registered design right. Een ongeregistreerd Gemeenschapsmodel geeft in het Britse territorium automatisch recht op een UK unregistered design right (artikel 57). Indien een Uniemerkrecht of Gemeenschapsmodelrecht ontstaat na afloop van de transitieperiode, dan zal dat recht enkel gelding hebben in de EU (dus niet in het VK). Om ook bescherming in de VK te krijgen, is het dus nodig een aparte registratie daar te verkrijgen.
Afgezien van enkele in het DWA opgenomen bijzonderheden, worden Britse nationale merkrechten beheerst door de Trade Marks Act 1994. Geregistreerde Britse nationale modelrechten worden beheerst door de Registered Designs Act 1949. Ongeregistreerde Britse nationale modelrechten worden beheerst door de Intellectual Property Act 2014.
Bekende merken
Artikel 54 van de DWA regelt nog enkele bijzonderheden. Momenteel genieten houders van ‘bekende’ merken in de EU een ruimere beschermingsomvang. Zij kunnen bijvoorbeeld ook optreden tegen derden die een overeenstemmend teken gebruiken voor andere waren of diensten dan die waarvoor het merkrecht is ingeschreven. Indien sprake is van een bekend Uniemerk, dan geniet de houder daarvan tot het einde van de transitieperiode de daaraan verbonden ruimere bescherming ook in het VK. Na afloop van de transitieperiode zal de beschermingsomvang van het UK trade mark afhankelijk zijn van het daadwerkelijk gebruik van het merk.
Normaal gebruik
Een andere bijzonderheid die artikel 54 DWA regelt, heeft betrekking op het ‘normaal gebruik’ van een merk. Houders van Benelux-merken of Uniemerken zijn verplicht om normaal gebruik te maken van hun merkrecht. Van ‘normaal gebruik’ is sprake, wanneer het merk wordt gebruikt teneinde voor de gemerkte waren of diensten een afzet te vinden of te behouden (HvJ 11 maart 2003, C-40/01 (Ansul/Ajax)). Als u langer dan vijf jaar geen normaal gebruik van een merk maakt, dan kan een derde het verval van uw merkrecht inroepen. Voor UK trade marks, die na de Brexit ontstaan, bepaalt artikel 54 DWA dat deze tot aan de transitieperiode niet kunnen vervallen doordat er geen normaal gebruik van is gemaakt op het Britse territorium.
Internationale merkrechten
Voor internationale merkrechten waarbij de EU is aangewezen als territorium waar merkenrechtelijke bescherming gewenst is, geldt in wezen dezelfde regeling als voor Uniemerken (art. 56 DWA). De bescherming in de EU wordt dus gesplitst in enerzijds bescherming in de overblijvende lidstaten van de EU en anderzijds bescherming in het VK.
Internationale merkrechten zijn merkrechten waarvan het aanvraagproces verloopt via de Overeenkomst (en het Protocol) van Madrid. Een internationaal merkdepot verloopt via het World Intellectual Property Organization (WIPO) te Genève. Met één aanvraag is het mogelijk om bescherming in meerdere landen in de wereld te verkrijgen. Ook de EU kan als ‘land’ van bescherming worden aangewezen.
Andere IE-rechten
Er zijn meer intellectuele eigendomsrechten waarvan de status als gevolg van de Brexit vragen met zich meebrengt. Hierbij kunt u denken aan communautaire kwekersrechten, geografische oorsprongsbenamingen, databankrechten en zogenaamde aanvullende beschermingscertificaten (ABC’s). Het voert te ver om de gevolgen voor al deze rechten in deze blog te behandelen. Voor vragen hierover kunt u altijd bij de advocaten van NORD terecht.
Vragen?
Doet u zaken in het Verenigd Koninkrijk of bent u van plan dit te gaan doen, dan kunnen de specialisten van NORD u helpen bij de bescherming van uw IE-rechten. Daarnaast kan NORD u helpen bij het aanvragen van merkrechten (ook in het VK). Wilt u meer weten over het nut van een merkregistratie? Bekijk dan deze blog. Ook voor andere vragen over de juridische gevolgen van de Brexit kunt u vrijblijvend bij NORD terecht.