Wat zijn persoonlijkheidsrechten?
Degene die een werk tot stand brengt door creatieve keuzes te maken, verkrijgt daarop een auteursrecht. Het auteursrecht geeft de auteur recht op twee exploitatierechten, namelijk het verveelvoudigingsrecht en het openbaarmakingsrecht. Die rechten houden kort gezegd in, dat de auteur het alleenrecht heeft op het kopiëren en bewerken van het werk en op het ter beschikking stellen van het werk aan het publiek.
Naast deze exploitatierechten heeft de maker van het werk zogenaamde persoonlijkheidsrechten, ook wel morele rechten genoemd. De persoonlijkheidsrechten hebben tot doel de persoonlijke band tussen maker en zijn werk te benadrukken. Zo heeft de maker bijvoorbeeld recht op naamsvermelding en kan hij zich verzetten tegen bepaalde wijzigingen in zijn werk.
De maker van een auteursrechtelijk beschermd werk kan zijn auteursrecht overdragen aan een derde. Als dat gebeurt, dan worden echter alleen de exploitatierechten overgedragen. Het is niet mogelijk om de persoonlijkheidsrechten over te dragen; die blijven altijd bij de maker van het werk. Soms is het overigens wel mogelijk om (contractueel) afstand te doen van persoonlijkheidsrechten.
Welke soorten persoonlijkheidsrechten zijn er?
De Auteurswet (Aw) noemt in artikel 25 lid 1 vier verschillende persoonlijkheidsrechten. Het gaat hier om een niet-limitatieve opsomming, zodat (in theorie) andere persoonlijkheidsrechten denkbaar zijn. Op grond van de Auteursrecht kan de maker zich verzetten tegen:
- a: de openbaarmaking van het werk zonder naamsvermelding, tenzij dat verzet in strijd zou zijn met de redelijkheid;
- b: de openbaarmaking van het werk onder een andere naam dan de zijne;
- c: elke andere wijziging in het werk, tenzij dat verzet in strijd is met de redelijkheid; en
- d: elke misvorming, verminking of andere aantasting van het werk, mits daarbij nadeel wordt toegebracht aan de eer of de naam van de maker of aan zijn waarde in die hoedanigheid.
Persoonlijkheidsrechten van architecten bij sloop
Veel jurisprudentie over persoonlijkheidsrechten heeft betrekking op architecten die moeite hebben met de sloop of de wijziging van hun gebouwen/kunstwerken.
Een belangrijke uitspraak in dit verband houdt verband met het geschil tussen de architect Jelles en de gemeente Zwolle. Jelles is de ontwerper van het Wavin-gebouw in Zwolle, dat de gemeente wenste te slopen. Jelles probeerde toen met een beroep op zijn persoonlijkheidsrechten zich tegen deze sloop te verzetten. De Hoge Raad heeft vervolgens beslist dat de totale vernietiging van een werk niet kan worden aangemerkt als een aantasting in de zin van art. 25 lid 1 sub d Aw. Maar de Hoge Raad overwoog vervolgens dat het de eigenaar van een exemplaar van een werk niet altijd vrijstaat om dat werk te vernietigen. Die vernietiging zou namelijk misbruik van recht kunnen opleveren jegens de maker of onrechtmatig jegens hem kunnen zijn.
De Hoge Raad overwoog ook nog dat de eigenaar van een uniek exemplaar van een werk, zoals bij gebouwen vaak het geval is, onder omstandigheden een gegronde reden moet hebben om tot sloop over te gaan. Van misbruik van recht is echter niet snel sprake. De architect moet daarom van goeden huize komen om zich tegen de sloop te verzetten.
Persoonlijkheidsrechten van architecten bij verbouwing
Het wordt anders als de eigenaar van een gebouw niet tot sloop, maar tot verbouwing overgaat. Het aanpassen van een gebouw zou gezien kunnen worden als een wijziging in de zin van art. 25 lid 1 sub c Aw of als een aantasting in de zin van art. 25 lid 1 sub d Aw. Het verschil tussen deze twee gronden is gradueel. De wat meer ernstige wijzigingen vallen onder art. 25 lid 1 sub d Aw, terwijl de lichtere wijzigingen onder art. 25 lid 1 sub c Aw vallen.
Uiteraard is de vraag wanneer een wijziging ernstig genoeg is om onder art. 25 lid 1 sub d Aw te vallen, tamelijk casuïstisch. De zien we ook terug in de rechtspraak. Architect Fons Verheijen wist zich bijvoorbeeld succesvol te verzetten tegen de grootscheepse renovatie van het Naturalis museum. Maar in een geval waarin de eigenaar een kantoorgebouw wilde ombouwen tot een appartementencomplex, was de architect minder succesvol.
Wijziging van de omgeving
Interessant is ook de situatie waarin het werk zelf niet wordt gewijzigd, maar enkel de omgeving. Zo’n situatie deed zich voor in 2004 bij de Groningse rechtbank. De stadsschouwburg in Groningen wordt gekenmerkt door een fraaie plafondschildering. De gemeente Groningen, die eigenaar is van de stadsschouwburg, besloot op enig moment de theaterrode kleur van de stoelen en de vloeren te wijzigen in een donkerblauwe kleur. Volgens de maker van de plafondschildering kwam haar kunstwerk daardoor minder goed uit de verf. De rechtbank oordeelde toen dat de wijziging van de kleurstelling aangemerkt moest worden als een aantasting in de zin van art. 25 lid 1 sub d Aw.
Onder dat begrip “aantasting” vallen derhalve niet alleen wijzigingen in het werk, maar ook wijzigingen van het werk.
Advies over persoonlijkheidsrechten?
Bent u op zoek naar advies over persoonlijkheidsrechten? Wilt u bijvoorbeeld optreden tegen een bepaalde wijziging of bent u zelf voornemens een bepaalde wijziging door te voeren? Neem dan contact op met de specialisten van NORD. Zij hebben vaker met de spreekwoordelijke bijl gehakt en kunnen u daarom van een gedegen advies op maat voorzien.