Leestijd: 8 minuten

Betekenissen van plagiaat

Op internet komt men met enige regelmaat het woord “plagiaat” tegen. Dit woord is echter geen wettelijk begrip en het heeft ook nog eens meerdere betekenissen. Wat bedoelt men nu eigenlijk met het begrip plagiaat?

Inbreuk op een auteursrecht

De rechtsgeleerden Spoor, Verkade en Visser zeggen in hun gezaghebbende handboek “Auteursrecht” het volgende over het begrip plagiaat (p. 170-171).

“Plagiaat is datgene wat wordt gepresenteerd als iets oorspronkelijks, terwijl het in feite geheel of ten dele een nabootsing is. Het woord ‘plagiaat’ is geen wettelijk begrip. De Auteurswet gebruikt het niet, en men is het niet eens over de inhoud. Duidelijk is wel dat het woord een sterke diskwalificatie inhoudt; het suggereert kwade trouw.

In de praktijk spreekt men ook van plagiaat in gevallen die geen inbreuk op auteursrecht opleveren, bijv. wanneer iemand een wetenschappelijke theorie (niet vatbaar voor auteursrechtelijke bescherming) van een ander presenteert als eigen werk. Het tegendeel komt eveneens voor: een componist die zonder het te beseffen een melodie van een ander gebruikt die in zijn geheugen was blijven hangen kan men o.i. niet beschuldigen van plagiaat, maar hij pleegt wel inbreuk op auteursrecht.”

Het niet-juridische begrip plagiaat staat dus deels synoniem voor auteursrechtinbreuk. In juridische zin is er sprake van auteursrechtinbreuk indien de auteursrechtelijk beschermde trekken van het oorspronkelijke werk herkenbaar in het latere werk zijn overgenomen, zónder dat de overnemer zich op een wettelijke beperking kan beroepen. Het feit dat bovenstaand citaat niet als plagiaat (lees: auteursrechtinbreuk) te kwalificeren valt, is omdat het citaatrecht een wettelijke uitzondering is en aan de voorwaarden van die uitzondering is voldaan (artikel 15a Auteurswet). Andere voorbeelden van wettelijke uitzonderingen zijn de kopie voor eigen gebruik (mits uit legale bron; artikel 16b en 16c Auteurswet) en de parodie-exceptie (artikel 18b Auteurswet).

Inbreuk op andere intellectuele eigendomsrechten

In de volksmond wordt het begrip plagiaat daarnaast vaak in negatieve zin gebruikt om (beweerdelijke) inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht aan te duiden. Bijvoorbeeld wanneer twee logo’s (te)veel op elkaar lijken – en er wellicht sprake is van een inbreuk op een merk- of handelsnaamrecht – wordt nogal eens het woord plagiaat gebruikt. Daarnaast komt het woord plagiaat weleens voor bij (beweerdelijke) inbreuk op modelrechten en octrooirechten of wanneer een product (beweerdelijk) slaafs wordt nagebootst. In juridische zin is dan echter geen sprake van plagiaat, maar van respectievelijk modelrechtinbreuk, octrooirechtinbreuk of onrechtmatig handelen.

Plagiaat in wetenschappelijke zin

Uit het bovengenoemde citaat blijkt ook dat men in de praktijk spreekt van plagiaat in gevallen waarin géén sprake is van inbreuk op een auteursrecht, bijvoorbeeld wanneer iemand een wetenschappelijke theorie van een ander als eigen werk presenteert. In de wetenschap is het belangrijk dat de auteur zorgvuldig verwijst naar bronnen, indien de auteur gebruikmaakt van de ideeën en denkbeelden van een ander. Het gaat dan in de eerste plaats om de wetenschappelijke integriteit van de auteur. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat een auteur het gedachtegoed van een ander presenteert als ware het zijn eigen gedachtegoed.

Maar ook de betrouwbaarheid van het door de auteur verrichte onderzoek wordt verhoogd, indien kwestieuze uitlatingen worden onderbouwd met bronmateriaal. Bij plagiaat in wetenschappelijke zin spreekt men ook wel van “fraude”. De afgelopen jaren zijn er meerdere gevallen in de media voorbij gekomen, waarin een auteur beschuldigd werd plagiaat in wetenschappelijke zin. Bekend is bijvoorbeeld de affaire rond de hoogleraar psycholoog Diederik Stapel, die ervan werd beschuldigd onderzoeksresultaten te hebben verzonnen. In zijn geval was geen sprake van het overnemen zonder bronvermelding van het gedachtegoed van een ander, maar van kwestieuze uitlatingen die geen feitelijk-wetenschappelijke steun vonden in het beschikbare bronnenmateriaal.

Hoewel plagiaat in wetenschappelijke zin veel lijkt op plagiaat in de zin van inbreuk op een auteursrecht, zijn er toch enkele verschillen aan te wijzen. Allereerst valt te denken aan het zojuist gegeven voorbeeld van de affaire uit de wetenschap. Verder is het bijvoorbeeld mogelijk dat een bepaald werk in het geheel niet auteursrechtelijk beschermd is. Dat geldt bijvoorbeeld voor veel van de overheid afkomstig materiaal. Het overnemen van zulks materiaal levert geen auteursrechtinbreuk op, maar het kan onder omstandigheden wel in wetenschappelijk verband onzorgvuldig zijn indien die overname niet gepaard gaat met een bronvermelding. Hetzelfde is mogelijk bij het overnemen van materiaal dat niet meer door het auteursrecht wordt beschermd. De hoofdregel in het auteursrecht is namelijk dat de auteursrechtelijke bescherming 70 jaar duurt, te rekenen vanaf de eerste januari volgende op de dood van de auteur. Recentelijk zijn bijvoorbeeld de auteursrechten vervallen van Hitlers Mein Kampf en van delen uit het dagboek van Anne Frank. De overname van dit materiaal levert dus geen auteursrechtinbreuk op, maar zij kan in de wetenschap nog steeds als plagiaat worden opgevat als de auteur bij die overname niet de nodige zorgvuldigheid betracht.

Zelfplagiaat

De afgelopen jaren is ook het begrip “zelfplagiaat” veelvuldig in het nieuws geweest, en dan met name voor de vraag of zelfplagiaat wel of niet is toegestaan. Met zelfplagiaat bedoelen we het gebruik van eigen (al dan niet auteursrechtelijk beschermd) werk in een ander werk van jezelf. Strikt genomen is van plagiaat dan geen sprake, omdat het natuurlijk niet mogelijk is om van jezelf te “stelen”. Hoewel het wellicht aanbeveling verdient om altijd een bronvermelding bij je geschreven werk te zetten, ook wanneer de bron van jezelf afkomstig is, is zelfplagiaat juridisch gewoon toegestaan. Ook in wetenschappelijke zin is het toegestaan om eigen werk te hergebruiken, zo meent de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (KNAW).

 

Vaste Commissie Plagiaat

Ten aanzien van beweerdelijke auteursrechtinbreuk op een muzikaal werk kunnen bij Buma/Stemra aangeslotenen ervoor opteren om een geschil voor te leggen aan de Vaste Commissie Plagiaat. Deze commissie is in het leven geroepen door Buma/Stemra en bestaat uit zowel juristen als muzikale deskundigen. De uitspraken van deze commissie hebben, tenzij partijen anders hebben afgesproken, geen bindend karakter. De uitspraak van de Vaste Commissie Plagiaat kan dus altijd nog aan de burgerlijke rechter worden voorgelegd.

 

Plagiaat?

Met zowel adviseren als procederen rond plagiaatkwesties heeft NORD een zeer ruime mate van expertise en ervaring in huis. Neem vrijblijvend contact met ons op voor meer informatie.

Geplaatst op 20 februari 2017 door Gertjan van den Hout