Leestijd: 9 minuten
Juridische geschillen
Geschillen kunnen op vele manieren ontstaan, maar gelukkig ook op vele manieren worden opgelost. Partijen kunnen het zelf uitpraten en bijleggen of met behulp van mediation of een bindend advies tot een beslechting komen. Het uiterste redmiddel is vaak de gang naar de rechter. Zodra één van de partijen naar de rechter stapt, wordt het juridische conflict een rechtszaak. Dit noemt men ook wel ‘procederen’.
Procederen of een rechtszaak voeren
Dit artikel richt zich op procedures bij de burgerlijke of civiele rechter. De meeste geschillen zullen een oorsprong vinden in conflicten met een ander bedrijf of organisatie of particulier. Dergelijke zaken zijn onderdeel van het burgerlijk recht of het civiele recht. Het stafrecht (het Openbaar Ministerie tegen verdachten of criminelen) en het bestuursrecht (veelal tegen overheidsinstanties) worden hier niet behandeld.
In het kort komt elk civielrechtelijk geschil neer op een eisende partij die iets vordert van, of een vordering meent te hebben op, de andere partij. Een vordering is een claim, zoals ‘Piet moet mij nog 5.000 euro betalen voor geleverde diensten’. De eisende partij heet ook wel ‘eiser’ (of ‘eiseres’) en de tegenpartij (of wederpartij) noemt men ‘gedaagde’. De gedaagde die het er niet mee eens is zal zich gaan verdedigen oftewel zal verweer voeren tegen de eisen van eiser.
Soms zal een gedaagde ook iets van de eiser willen: hij kan dan een tegeneis (of vordering) indienen. Dit zal leiden tot het voeren van twee procedures in één: in conventie en in reconventie. Een klassiek voorbeeld van een IT-geschil is: De IT-leverancier (eiser) vordert betaling voor de geleverde diensten (in conventie), maar de afnemer (gedaagde) schort de betaling op wegens wanprestatie en eist een schadevergoeding (in reconventie).
Bevoegde rechter
Men kan enkel een rechtszaak aangespannen bij een rechter die bevoegd is. De rechter moet allereerst bevoegd zijn om het onderwerp te behandelen (de absolute bevoegdheid). Verder moet de rechter ook geografisch bevoegd zijn (de relatieve bevoegdheid). Deze procedureregels zijn zeer strikt. Partijen kunnen dus niet zomaar een rechter uitkiezen (‘forumshoppen’) of gedurende de procedure van rechter of rechtbank veranderen.
De kantonrechter gaat over arbeidszaken, huurzaken, consumentenkoop en andere civiele zaken tot en met een bedrag van 25.000 euro. Voor grotere en andere civiele vorderingen is de civiele rechter bevoegd. Bij de kantonrechter kan men in persoon, zonder advocaat, procederen. Bij de civiele rechter is bijstand door een advocaat wettelijk verplicht.
In welke plaats een rechtbank de bevoegde rechter heeft, hangt ervan af. De hoofdregel is: ‘Wie eist, die reist.‘ Er zijn echter wel vele uitzonderingen op dit beginsel. Zo kan bijvoorbeeld ook soms de plaats van de schade uit onrechtmatige daad worden gekozen of wordt een contractuele forumkeuze gevolgd.
Dagvaarding, processtukken en bewijzen
Een geschil begint door dit aanhangig te maken bij de rechtbank. Dat gebeurt meestal met een zogeheten ‘dagvaarding‘, maar sommige zaken kunnen met een ‘verzoekschrift’. Dit is een officiële akte die de deurwaarder betekent aan het adres van de gedaagde. De dagvaarding roept de gedaagde op om zich te melden bij de rechtbank, al dan niet met behulp van een advocaat. Anderzijds maakt de dagvaarding de vorderingen duidelijk aan zowel de gedaagde als de rechter.
Daarna zullen partijen over het algemeen in het kader van hoor en wederhoor processtukken mogen indienen bij de rechtbank. Na de dagvaarding zal de gedaagde een zogenaamde conclusie van antwoord kunnen indienen. Soms volgen nog een conclusie van repliek (door eiser) en een conclusie van dupliek (door gedaagde). Bij al deze stukken dienen partijen hun stellingen zoveel mogelijk te onderbouwen met bewijsmiddelen (‘producties’). Soms kan er nog extra bewijs worden geleverd met akten, getuigen of deskundigen.
Heel ongenuanceerd geldt: ‘Wie stelt, die bewijst.‘ Eigenlijk geldt meer precies dat degene die zich op een bepaald rechtsgevolg beroept, de daaraan ten grondslag liggende feiten en rechten moet bewijzen. Het bewijsrecht is een vak apart. Niet alleen gelden allerlei bewijsregels, ook is het soms voor partijen ontzettend lastig om de juiste bewijsmiddelen terug te vinden uit het verleden.
De duur van een procedure
Hoe lang een procedure duurt hangt af van vele factoren. Zo speelt een rol of er een tegeneis wordt ingesteld, of de gedaagde überhaupt verschijnt en hoeveel schriftelijke rondes of bewijsopdrachten er volgen. Momenteel kampen sommige rechtbanken met grote achterstanden en dat kan leiden tot lang wachten op uitspraken.
Soms is het mogelijk om een zogeheten ‘kort geding’ te starten. Dit is een snelle procedure die met spoed voor de rechter gevoerd wordt. De rechter kan dan niet iets definitiefs zeggen over de situatie, maar hij kan wel een ‘voorlopige voorziening’ treffen. De rechter neemt dan een snelle (voorlopige) beslissing.
De rechtspraak heeft geprobeerd zich te vernieuwen onder de projectnaam ‘KEI‘. Verdergaande digitalisering zou zowel de doorlooptijden moeten verkorten als de procedure moeten vereenvoudigen. Helaas is het project na enkele honderden miljoenen euro’s uitgelopen op een mislukking. Voorlopig moet men het dus nog doen met lange wachttijden of alternatieve geschilbeslechting.
De kosten van een rechtszaak
De directe kosten van een rechtszaak bestaan uit enerzijds de griffierechten van de rechtbank en anderzijds de tarieven van de advocaat. De griffierechten zijn gekoppeld aan het belang van de zaak en kunnen vooraf goed voorspeld worden. Helaas geldt dat niet voor de tarieven van de advocaat, juist omdat elke procedure qua duur en complexiteit weer anders is. Langer en meer procederen betekent meer inzet van de advocaat.
De verliezer van een procedure moet de griffierechten en een (zeer) beperkt bedrag aan proceskosten aan de winnaar betalen. Voor rechtszaken die gaan over het handhaven van intellectuele eigendomsrechten geldt een uitzondering. Bij dit soort zaken dient de verliezer alle proceskosten (inclusief de volledige kosten voor de advocaat) aan de winnaar te betalen. Meestal matigen de rechters dit overigens ook aan de hand van de zogenaamde ‘indicatietarieven‘.
Houd daarnaast ook rekening met indirecte kosten, zoals het verlies aan werkbare uren van personeel. Een procespartij moet de voorbereiding van een procedure namelijk ook deels zelf doen. Denk bijvoorbeeld aan het verzamelen van bewijs uit interne systemen of archieven of het benaderen van getuigen.
De rol van de advocaat
Advocaten hebben een bijzondere bevoegdheid. Zij mogen zich in vrijwel alle zaken stellen voor eiser of de gedaagde. In de fase vóór het procederen kunnen zij partijen bijstaan in onderhandelingen en de eventuele kansen op succes berekenen. Tijdens de rechtszaak zullen zij het proces bewaken en tijdig processtukken indienen. Tijdens de eventuele zitting zullen zij u vertegenwoordigen, meestal gekleed in toga.
Uiteraard proberen advocaten eerst om de zaak zonder tussenkomst van een rechter op te lossen. Dit kan een tijdrovende en kostbare procedure voorkomen. Pas als dat niet werkt, wordt een toevlucht gezocht tot procederen bij de rechtbank.
Heeft u een dagvaarding ontvangen of wilt u zichzelf laten informeren over de kansen op een succesvolle rechtsgang? De procestijgers van NORD zijn uw graag van dienst. Verder houdt NORD u natuurlijk graag op de hoogte van actualiteiten rondom het procesrecht.