Leestijd: 4 minuten
Procederen wordt duurder
U heeft het ongetwijfeld al meegekregen dat er door het kabinet behoorlijk bezuinigd wordt op de kosten van de rechtspleging. Een voor de hand liggend instrument is om de prijs voor procederen, het zogenaamde griffierecht bij de rechtbanken, weer te verhogen. De overheid heeft het al aangekondigd en het wetsvoorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer.
In september 2011 betoogde de Orde van Advocaten nog succesvol tegen een stelsel van kostendekkende griffierechten, maar desondanks is dit de zoveelste verhoging die de regering sindsdien heeft doorgevoerd. Het geslaagde protest uit 2011 blijkt een pyrrusoverwinning. Het verschil tussen recht hebben en recht krijgen wordt in 2014 dus nóg groter.
Hoger beroep en cassatie
Kantonzaken (met een belang tot € 25.000,=) en civiele rechtbankzaken (handelszaken in eerste aanleg) worden relatief ontzien met een voorgenomen verhoging van gemiddeld zo’n 2%. Dit maal zijn het hoger beroep (appel) en cassatie in civiele zaken aan de beurt. Zij gaan gemiddeld twee keer zoveel kosten. Vooral als het belang van de civiele zaak meer dan één miljoen bestrijkt, wordt het griffierecht in eerste aanleg verhoogd met zo’n 100% tot bijna € 7.500,= en in hoger beroep zelfs met 200% tot bijna € 15.000,=.
De exacte verhogingen staan nog niet vast, maar het voorliggende voorstel belooft weinig goeds voor rechtzoekenden. Enerzijds zullen met name rechtspersonen minder snel een nadelig vonnis kunnen laten voorleggen aan een hogere rechter, omdat ze worden weerhouden door de hoge kosten. Anderzijds zullen er ook voor de rechtsvorming nadelige effecten zijn door de te verwachten vraaguitval, waaronder de bevordering van rechtseenheid.
Alternatieven en omwegen
De toegenomen kosten zullen -tezamen met het probleem dat de gemiddelde doorlooptijd van civiele zaken inmiddels zo’n twee jaar is- het steeds vaker aanlokkelijker maken om geschillen te schikken. Dit kan buiten de rechter om, al dan niet bijgestaan door raadsmannen bij de onderhandelingen. Afhankelijk van het geschil kan dit soms ook in aanmerking komen voor een alternatieve vorm van geschilbeslechting, zoals arbitrage of mediation.
Hoewel het niet de bedoeling is, kan bij een civiele procedure eerst ook alleen een verklaring voor recht worden gevraagd (met laag griffierecht) in plaats van direct een schadevergoeding te eisen (met hoog griffierecht). Later, gedurende die procedure, kan de eis kosteloos weer worden gewijzigd tot een substantiële claim. Maar er zitten ook procesrechtelijke grenzen aan de mogelijkheden om de eis te wijzigen of te verhogen hangende de procedure; de wederpartij kan namelijk gegrond protesteren als de vermeerdering van eis in strijd is met de goede procesorde.
Kortom, met goede kennis van het procesrecht en de feiten van het geschil is het nog steeds mogelijk om recht te zoeken en te vinden. Dit kan buiten rechte of via alternatieve geschilbeslechting (zoals arbitrage), maar ook nog steeds bij de burgerlijke rechter. Raadpleeg NORD voor de meest tactische route bij uw geschil.