Leestijd: 5 minuten
Overzicht
Hoe verhoudt het recht zich tot social media? Op dit blog zal NORD in de vorm van een serie een overzicht geven van enkele opvallende juridische complicaties uit de praktijk, opgedeeld naar onderwerp:
- Inleiding en definities
- Vrijheid van meningsuiting
- Privacy
- Intellectueel eigendomsrecht
- Telecommunicatierecht
- Arbeidsrecht
- Aansprakelijkheid van de social mediabeheerder
- Conclusie en download
Intellectueel eigendomsrecht
Doorgaans kan inbreng op social media wel gezien worden als werken in de zin van de Auteurswet, als deze getuigt van een eigen, oorspronkelijk karakter en het persoonlijk stempel van de maker draagt en dus een creatieve schepping van de geest is. Dat geldt niet voor inbreng die te banaal of triviaal is. Over het algemeen wordt bescherming door het auteursrecht snel aangenomen. Zelfs een simpele portretfoto kan al auteursrechtelijk beschermd zijn. Bij het openbaar maken van teksten, beeld en geluid is het dus steeds van belang om hierbij niet inbreuk te maken op de auteursrechten van derden. Ofwel dient men eigen, originele inbreng te leveren, dan wel moet men toestemming van de auteursrechthebbende hebben om diens werken openbaar te mogen maken of te mogen verveelvoudigen.
Andersom geredeneerd, als de gebruiker zijn werken via social media publiceert, lonkt het gevaar ook. Behalve het weggeven van privégegevens in ruil voor een gratis social mediadiensten, kunnen de voorwaarden van social mediadienstverleners wellicht ook bepalingen bevatten waarmee de intellectuele eigendomsrechten op de inbreng van de gebruiker ernstig worden uitgehold. Het verdient dus aandacht om de voorwaarden bij elke social mediadienst voor gebruik goed na te lezen.
Dit leidde buiten Nederland al tot een zaak tussen fotograaf Daniel Morel en AFP. Morel tweette als een van de eersten foto’s van de ramp op Haïti, welk bericht met foto veelvuldig werd geretweet. Echter, persburo AFP verkocht deze foto’s, die zij op Twitter vond, door en Morel spande een zaak aan. De Amerikaanse rechter oordeelde in een tussenvonnis dat AFP geen beroep kon doen op de algemene voorwaarden van Twitter. Echter, Twitter zelf kan op basis van haar voorwaarden wel onbeperkt gebruik maken van alle inbreng die door gebruikers wordt getweet, al dan niet door het te verkopen of anderszins te exploiteren:
“You retain your rights to any Content you submit, post or display on or through the Services. By submitting, posting or displaying Content on or through the Services, you grant us a worldwide, non-exclusive, royalty-free license (with the right to sublicense) to use, copy, reproduce, process, adapt, modify, publish, transmit, display and distribute such Content in any and all media or distribution methods (now known or later developed).”
Ook het merkenrecht is erg belangrijk op social media. Steeds meer bedrijven profileren hun merken op online platformen. Hoe meer de advertising verschuift naar de online wereld, hoe groter ook risico’s op online merkinbreuk worden. Een merkhouder zal willen optreden tegen onrechtmatig merkgebruik door concurrenten, dubieuze wederverkopers of beheerders van zogenaamde suck sites, waarbij anti-reclame voor het merk wordt gemaakt. De reden dat hierover nog weinig rechtspraak is te vinden, is vanwege het feit dat de meeste beheerders van social media op basis van hun eigen voorwaarden adequate klachtprocedures hebben ingericht. De kortste weg naar het doen staken van een merkinbreuk is dus niet meer via de rechter. Een zaak waarbij het zijdelings voor de rechter kwam werd verloren door eiseres Koninklijke Talens B.V. Dit omdat de gedaagde bona fide refererend merkgebruik hanteerde met zijn domeinnaam Talensshop.nl en daarom werden uitingen daarover op social media niet verboden.
In de sferen van het Nederlandse handelsnaamrecht heeft de Amsterdamse voorzieningenrechter al eens bepaald dat het volgen van volgers van een concurrent via Twitter niet onrechtmatig is. Gezien het feit dat gedaagde een andere handelsnaam gebruikte was het moeilijk voor te stellen dat eiser klanten verloor aan gedaagde via Twitter.
Vervolg
Lees ook op dit blog: Deel 5 over social media en telecommunicatierecht.